Informatie - A12 Personeelsdiensten
A12-Personeelsdiensten_ce-chauffeur-grondwerk-vacatures

Informatie

Hieronder treft u informatie aan die voor chauffeurs en transporteurs van belang zijn.

Code 95 richtlijn vakbekwaamheid

Deze richtlijn geldt voor beroepschauffeurs die in de EU werken. Onder deze regelgeving is een geldige code vakbekwaamheid (code 95) verplicht voor het beroepsmatig besturen van een voertuig waarvoor rijbewijs C of D noodzakelijk is. In Nederland wordt deze code op het rijbewijs geplaatst. In een aantal andere Europese landen wordt hiervoor een extra certificaat verstrekt: ‘Drivers Qualification Card’.

Alle houders van een rijbewijs D, afgegeven vóór 10 september 2008 en rijbewijs C, afgegeven vóór 10 september 2009, zijn vrijgesteld van het behalen van de basiskwalificatie vakbekwaamheid. Zij hoeven vanaf die data nog géén geldige code vakbekwaamheid op het rijbewijs te hebben. Als zij beroepsmatig als chauffeur werken, dan moeten zij wel nascholing gaan volgen. Iedere vijf jaar moet men verplicht minimaal 35 uur nascholing volgen. Als je niet voldoet aan de nascholingsplicht, mag je het vak van beroepschauffeur niet meer uitoefenen.

48-urige werkweek

In Europa geldt voor werknemers in alle sectoren de norm van maximaal gemiddeld 48 uur arbeidstijd. De transportsector was echter lang van deze norm uitgezonderd vanwege de bijzondere (mobiele) aard van de activiteiten. Bovendien viel het rijdend personeel op wagens vanaf 3,5 ton al onder haar eigen rij- en rusttijden verordening (3820/85). De Europese Commissie stelde echter in 1998 voor om deze uitzondering ongedaan te maken. Volgens de Commissie boden de rij- en rusttijdbepalingen onvoldoende bescherming aan de werknemers en zij wilde de rij- en rusttijden verordening uitbreiden met een arbeidstijdnorm van gemiddeld 48 uur per week.

Onder deze ‘dreiging’ heeft de Commissie werkgevers en werknemers gevraagd om zelf Europese regels met elkaar af te spreken. Lukte dat niet, dan zou aanpassing van verordening 3820/85 een feit zijn. Het bleek echter niet mogelijk voor werkgevers en werknemers om het volledig met elkaar eens te worden. Wel werd duidelijk dat de sector de wens had dit onderwerp niet in de Verordening maar in een aparte richtlijn te regelen. De Europese Commissie is vervolgens zelf aan de slag gegaan.

In 2002 werd al het niet-rijdend personeel en rijdende werknemers op auto’s die niet onder Verordening 3820/85 (nu: 561/2006) vallen, onder de algemene arbeidstijdenrichtlijn gebracht. Voor mobiele werknemers die wel onder verordening 561/2006 vallen heeft de Commissie een apart voorstel voor een richtlijn gemaakt. Hierbij is wel gebruik gemaakt van de discussies die zij heeft gevolgd in de dialoog tussen sociale partners.

Na enkele jaren uitstel wegens meningsverschillen tussen de Europese Commissie, het Europees Parlement en de Europese Raad is de 48-uur arbeidstijd ook voor mobiele werknemers op auto’s boven de 3.500 kg, ofwel 3,5 ton, een feit geworden. Patronaal Attest afgeschaft per 2 maart 2015 

In Europa is de afgelopen jaren gewerkt aan een nieuwe tachograafverordening. De verordening is op 4 februari definitief geworden. Hierdoor is er een datum vastgesteld vanaf wanneer het patronaal attest, mits aan voorwaarden wordt voldaan, niet meer verplicht is: 2 maart 2015. Dat betekent dat er een eind komt aan een grote administratieve last voor bedrijven.

Niet verplicht

De nieuwe verordening beschrijft dat bestuurders niet worden verplicht ‘tot het overleggen van documenten ter staving van hun bezigheden wanneer zij zich niet bij het voertuig bevinden’. Deze passage uit de verordening maakt een einde aan de verplichting van het bijhouden van het patronaal attest.

Handmatig

Een chauffeur moet wel handmatig in de digitale tachograaf registreren wat hij heeft gedaan tijdens de afwezigheid bij het voertuig. De tachograaf biedt deze mogelijkheid op het moment dat de chauffeur de bestuurderskaart invoert. Als een chauffeur bijvoorbeeld op maandag kantoorwerkzaamheden verricht, moet hij dit dus handmatig invoeren. Hetzelfde geldt voor een vakantie- of verlofperiode.